Terwijl her en der in Europa economische hervormingen langzaam hun vruchten afwerpen, is er één land dat steeds verder achterop raakt: Frankrijk. Z24 brengt de treurnis in beeld.
De achilleshiel van de Fransen is het gebrek aan concurrentiekracht. Vorige maand kreeg het land nog een waarschuwing van de OESO om de oren omdat het achterloopt met het hervormen van de economie.
Het rapport van de in Frankrijk gestationeerde club van grote landen liegt er niet om: er is sinds 2008 “geen significante verbetering” geweest van de concurrentiekracht van de op één na grootste economie van Europa.
Enorm tekort op handelsbalans
Dat gebrek aan concurrentiekracht wordt onder meer geïllustreerd door het feit dat de Fransen een stuk meer importeren dan ze exporteren. Geen enkel ander Europees land heeft zo’n groot tekort op de handelsbalans als Frankrijk.
Waar alle landen in Europa hard bezig zijn met het orde op zaken stellen en het hervormen van hun economie, hebben de Fransen verzuimd om de tering naar de nering te zetten. Met name de haperende arbeidsmarkt is een reden voor een stevige migraine.
Zoals bovenstaande grafiek illustreert, zijn de loonkosten in Frankrijk hoog. Alleen in Zweden zijn werkgevers omgerekend meer euro's per uur kwijt aan hun werknemers. Helaas betekent dat voor de werkende Fransman niet dat hij extreem veel salaris krijgt. Vanwege de hoge belastingen op arbeid, zit er een groot gat tussen het bedrag dat hij netto ontvangt en de loonkosten die zijn werkgever voor hem maakt.
Dat de kosten van arbeid zo hoog zijn in Frankrijk heeft overigens wel met de riante arbeidsvoorwaarden te maken. Waar wij binnenkort moeten doorwerken tot onze 67e verjaardag, gaat de Fransman al met 62 jaar met pensioen. Sterker nog, in 2012 verlaagde de Franse premier Hollande de pensioenleeftijd voor een deel van de Franse arbeiders naar 60 jaar. Vrijwel geen enkel ander land in Europa laat zijn werknemers zo jong met pensioen gaan.
Met een riant sociaal vangnet als het Franse is het niet verwonderlijk dat het begrotingstekort van de Fransen ook in 2014 bij lange na niet voldoet aan de Brusselse norm van 3 procent van het bbp.
Aangezien de Fransen al jaren kampen met een fiks begrotingstekort, loopt de staatsschuld bovendien op tot zorgelijke niveaus.
Chagrijn in de industrie
Waar in de rest van Europa chagrijn plaatsmaakt voor voorzichtig optimisme, is hiervan onder Franse inkoopmanagers nog geen sprake.
Uit de laatste peilingen van de verwachtingen van inkoopmanagers over de maand december aangaande lopende orders, orderverwachtingen en de werkgelegenheid, blijkt dat het sentiment onder de Fransen miserabel is. De index zakte weg naar het laagste punt in 7 maanden, een schamele 47. Dit duidt op een verdere krimp van de Franse industrie, terwijl de rest van Europa juist langzaam opkrabbelt. Z24-collega Jeroen de Boer schreef hier eerder al over.
Europees probleem
Dat de Fransen steeds verder wegzakken, is natuurlijk in de eerste plaats een probleem voor Frankrijk zelf. Toch is het ook voor de rest van Europa slecht nieuws. Met het verder wegzakken van de Fransen ontstaat er een groeiende discrepantie tussen de twee grootste landen van de Europese Unie. Duitsland kachelt immers lekker door.
De gezaghebbende econoom Kenneth Rogoff merkte eerder al terecht op dat de Duitsers niet structureel de euro in de lucht kunnen houden en het leeuwendeel van de kosten voor hun rekening kunnen nemen. Hiervoor is een sterke tweede economie nodig, Frankrijk. Alleen als Hollande in economisch opzicht orde op zaken stelt in zijn land, kan Frankrijk ook in de toekomst die rol blijven vervullen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl